Mijn
goede vriend Jean van Yzendoorn is er niet meer. Hij was mijn collega
als taalleraar en mijn landgenoot. Ook hij was al vele jaren in het
buitenland, voornamelijk in Finland. Eenieder heeft zijn/haar
herinneringen; ik heb de mijne, verzameld in de tijd dat we elkaar
beter en beter leerden kennen, na 1990 dus. Jean was een ervaren
talenleraar en vertaler, een fijne collega; daarnaast heeft hij zich
nog met veel andere zaken beziggehouden, o.a. met schilderen en
tekenen, met inkopen voor de bekende firma Teräs Oy in Vaasa,
rautakauppa (ijzerwinkel), met reizen voor zaken en zijn plezier, met
activiteiten in Nederlands-Finse verenigingen. Hij hield van opera's,
kende vele aria's (vooral uit Italiaanse werken) van binnen en
buiten, met tekst, melodie en al.
Jean
zouden we een soort Vliegende Hollander kunnen noemen. Hij werd
geboren in het aloude Schiedam (jaja, de stad van de Hollandse
jenever), woonde tijdens de oorlog in het prachtige en toen relatief
rustige Delft, ging in Schiedam naar school, werkte korte tijd in
Rotterdam bij het Franse consulaat; over die jeugdtijd heeft Jean me
vaak en veel verteld. Hij ging al van jongs af aan regelmatig naar
Frankrijk, naar familie, om de taal van dat land helemaal onder de
knie te krijgen. En dat kreeg hij en hoe! Jean had een uitgesproken
talenknobbel, sprak vloeiend Nederlands, Frans, Spaans, Italiaans,
Baskisch en Zweeds, maar kon zich ook in het Duits, Engels en Fins
meer dan goed redden. Een waarlijk Vliegende Hollander dus, die op
vele plaatsen woonde, die zich overal wel kon redden, maar zich
eigenlijk nergens echt thuis voelde en telkens wegwilde.
Een
zwervende Europeaan van een vroeg stempel, zou je kunnen zeggen. Toen
hij jong was, waren Schiedam en Holland zijn thuishavens, nadat hij
als jong student langere tijd in Frankrijk woonde, in het Avignon van
Vincent van Gogh bijvoorbeeld, waren Nizza en aansluitend Duinkerken
zijn woon- en werkplaatsen. Vandaar ging Jean jonggetrouwd (in
Helsinki) naar het zo mooie Stockholm, hij werkte daar als lector een
jaar of wat voor een uitgever van toneelwerken, maar trok toen toch
uiteindelijk naar Vaasa in Finland, naar het land van zijn vrouw
Anna-Liisa en zijn dochters Leila en Nina; en tevens de stad, waar
hij als inkoopchef bij Teräs Oy lang werkte en waar hij ook al snel
begon taalles te geven; lessen in Frans, Italiaans, Spaans en af en
toe ook in het Nederlands. Al snel had de hogeschool van Vaasa
interesse voor zijn ervaring en kundigheid en stelde hem aan als
taalleraar. Daar heeft hij dan tot in de jaren tachtig gewerkt. En
dat met veel succes. De Vaasa-tijd was wel de glanstijd van het leven
van Jean. Hij werd gevraagd door de Spaanse ambassade consul voor
Spanje te worden in de regio Vaasa, en dat heeft hij na de dood van
Franco eind 1977 graag geaccepteerd. Hij deed zijn pr-werk voor
Spanje zo goed (door tentoonstellingen te organiseren en een actieve
Spaanse vereniging te creëren) dat hij daarvoor hoge koninklijke
onderscheidingen heeft ontvangen van koning Juan Carlos.
Eind
jaren tachtig is hij in Zuid-Finland komen wonen; hij heeft in Savio
en Kerava gewerkt als vertaler van technische teksten en
vertegenwoordiger van meerdere firma's. Dáár heb ik nader kennis
met hem gemaakt via de Nederlandse Vereniging in Finland, waar ik
toen voorzitter van was. Hij deed enthousiast mee in het bestuur en
volgde mij later in het bestuur van de Fins-Nederlandse vereniging.
Uiteindelijk is hij in de jaren negentig een paar jaar de
taalbegaafde toeristische hulp voor klanten van gekochte of gehuurde
huizen aan de gouden en zonnige kust van Spanje geweest; daar hij
voelde zich erg thuis en in zijn latere verhalen kwam vooral dit werk
en deze mooie omgeving telkens weer naar boven in zijn herinnering
als een soort utopisch paradijs, waar hij zich echt gelukkig en
tevreden voelde.
Toch
ging hij om gezinsredenen terug naar Finland, en werkte (ook al was
hij toen al gepensioneerd) als vertaler verder, tot het uiteindelijk
niet goed meer lukte. Door het ouder-worden, door zijn lichamelijke
handicaps, door zijn aftakeling, door zijn verlangen naar meer
huiselijkheid en aanhankelijkheid, door zijn heimwee naar menselijk
contact? Wie zal het zeggen! Maar de laatste jaren voelde hij zich
wel tamelijk vereenzaamd en ongelukkig.
Met
Jean heb ik vaak, lang en intensief gepraat in het gastvrije huis en
de heerlijke tuin van Irmeli, zijn steun van de laatste twintig jaar; we hadden levendige en
opgewekte discussies over Europese geschiedenis, over de Gouden
Eeuw van Rembrandt, over het Nederland van toen en nu, over de hem
bekende talen; zeker ook over exotische talen als het Baskisch of het
Provencaals, talen, die hij perfect beheerste en die hij ook in zijn
business-contacten intensief gebruikte. Zeker het Baskisch! Want bij
zijn Spaanse 'paradijs' moeten we het politiek felle Baskenland
insluiten, dat hij heel vaak bezocht, waar hij veel vrienden had en
dat hem inspireerde, verder te gaan. Het waren fijne gesprekken, waarbij wij ons urenlang verbonden voelden en die ons
soms zelfs enigszins getroost hebben in het toch af en toe wel wat
harde bestaan voor buitenlanders in Finland. Aan die uren denk ik nu
met plezier terug en ik weet, dat het juist voor Jean maar ook voor
mij moeilijk was, de laatste twee à drie jaar van deze intensieve en
inspirerende gesprekken min of meer afstand te moeten doen, het lukte
gewoon niet meer, Jean was zijn concentratie kwijt. Het zij zo. Jean,
Jaska of Jasper, dank voor alles!
Met
groet,
je
vriend en collega Peter.
(Kerava,
28.03.2015)